Snelle detectie van fecale verontreiniging in zwemwater
Nikki van Bel, KWR
Bas van der Zaan, KWR
Aleida Hommes, KWR
Jeroen Langeveld, Partners4UrbanWater
- Aqualab Zuid
- Aqualysis
- AQUON
- Deltares
- Gemeente Breda
- Hoogheemraadschap van Delfland
- Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden
- Hoogheemraadschap van Rijnland
- KWR Water Research Institute
- MicroLAN
- Orvion
- Partners4UrbanWater
- Rijkswaterstaat Oost-Nederland
- Sopachem
- STOWA
- Waternet
- Waterproef
- Waterschap Brabantse Delta
- Waterschap de Dommel
Steeds vaker zoeken burgers bij goed weer het water op om te zwemmen en te recreëren. Dat kan soms best massaal zijn. Steden, gemeenten, waterschappen en Rijkswaterstaat spannen zich in om stadswater en aangewezen zwemwaterlocaties toegankelijk en geschikt te laten zijn voor recreanten en sport- en benefietevenementen, zoals City Swims. Dat burgers hierbij moeten kunnen vertrouwen op gezond zwemwater, is uitermate belangrijk. Toch is het voorgekomen dat door sterke verontreinigingen met fecaliën, blauwalgen of rattenurine, zwemmers ziek werden. Daarnaast hebben ook beheerders van zwemwater last van de piekverontreinigingen. Zo kan dit bij strandlocaties leiden tot verlies van de Blauwe Vlag. Om risico’s voor zwemmers te beperken, zijn snelle meetmethoden nodig. Deze brengen variaties in waterkwaliteit op korte termijn goed in beeld. De huidige standaardmethoden zijn daarvoor nog te traag en er moeten dus accuratere meetmethoden komen.
Technologie
Informatie over de microbiologische waterkwaliteit in landelijk en stedelijk gebied is nodig voor het ondersteunen van beslissingen over evenementen. Dat geldt ook voor de actuele stand van zaken rond de veiligheid van zwemwater, inclusief communicatie hierover richting de zwemmers. Een betere en snellere monitoring van de waterkwaliteit betekent dat recreatie en evenementen veilig kunnen plaatsvinden. In dit project zijn conventionele methoden vergeleken met nieuwe, snelle methoden om fecale verontreinigingen in zwemwater aan te tonen. Naast metingen in het veld is een korte validatie van de methoden in het laboratorium uitgevoerd. Hiermee zijn onder andere indicatieve detectiegrenzen van de methoden bepaald en worden de meetresultaten gekoppeld aan de richtlijnen voor zwemwaterkwaliteit. Daarnaast is uitgezocht of de methoden toepasbaar zijn voor oppervlaktewater van verschillende locaties.
Uitdaging
In het eerste deelproject is op elf zwemwaterlocaties, gebruikmakend van de mobiele qPCR-methode van Orvion (Orvion UDetect), het zwemwater getest op aanwezigheid van E. coli, blauwalgtoxine-genen en Leptospiren (ziekte van Weil). De resultaten hiervan zijn vergeleken met de conventionele MPN-methode voor E. coli en de laboratorium-gebaseerde qPCR-methode voor alle drie de parameters. In het tweede deelproject is op diverse meetlocaties – grachten van Breda, de Waal bij Nijmegen en het Marineterrein in Amsterdam – de BACTcontrol-sensor ingezet voor continue monitoring van E. coli. In het derde deelproject zijn twee innovatieve mobiele qPCR-methoden (Orvion UDetect en de Sopachem Genesig Q16 van Primerdesign) en de BACTcontrol-sensor vergeleken met de MPN-methode in een validatie uitgevoerd in het laboratorium.
Oplossingen
De validatie-experimenten van deelproject 3 laten zien dat er een redelijk goede correlatie is tussen zowel de mobiele qPCR, BACTcontrol en de standaard MPN-methode. Uit deelproject 1 blijkt dat de mobiele qPCR van UDetect gebruikt kan worden om simultaan de aanwezigheid van E. coli en blauwalgtoxinegenen te beplen in zwemwaterlocaties. Hierdoor kan zonder specialistische middelen de qPCR in het veld worden uitgevoerd met dergelijke mobiele qPCR-methoden. De veldtesten in deelproject 2 laten zien dat de BACTcontrol geschikt lijkt te zijn voor detectie van grote fecale besmettingen van het zwemwater, dermate groot dat de acute limiet van 1800 E. coli/100 ml wordt overschreden. De BACTcontrol is echter niet geschikt om na een besmetting aan te geven wanneer het zwemwater weer veilig is voor recreatie. Hiervoor kan de mobiele qPCR gebruikt worden.
Er is hiermee een set van snelle methoden beschikbaar die waterbeheerders kunnen inzetten om de aanwezigheid van fecale verontreinigingen in oppervlaktewater te onderzoeken. De ervaringen in dit project geven voldoende vertrouwen en aanknopingspunten om ook op andere locaties, met name de niet-officiële zwemwateren, de methoden in te zetten en een beeld te krijgen of, wanneer en in welke mate, fecale verontreinigingen aanwezig zijn.
Met een snelle on-site methode om de actuele zwemwaterkwaliteit op de dag van een evenement te bepalen, en te bepalen of een grenswaarde wordt overschreden, kan het actuele gezondheidsrisico ingeschat worden en dus of het evenement wel of niet door kan gaan of dat de officiële zwemlocatie gesloten moet worden.
Downloads
- KWR Rapport Snelle detectie van een fecale besmetting in zwemwaterBekijk